Uitval van de lichthoogteregeling
Indien de koplampen in de onderste regelpositie worden bewogen, dan is er meestal een fout in het systeem van de lichthoogteregeling. Het naar beneden bewegen van de koplampen signaleert de fout, omdat geen controlelamp in de cockpit oplicht. In een dergelijk geval als volgt te werk gaan:
1. Met een geschikte diagnose testapparaat de foutcode uitlezen. Hiertoe na de selectie van het voertuig het menupunt ,,Lichtschakelcentrum´´ selecteren (z. afb.1).
2. In dit geval wordt een foutieve spanningsvoeding aan de voorste niveausensor van het voertuig geïndentificeerd (z. afb.2).
3. Onder het menupunt ,,Meetwaarden en parameters´´ worden nu de gemeten waarden van de sensor onderzocht. Bij de voorste sensor (beladingssensor) ligt de waarde bij 0,2 Volt en is zodoende veel te laag. Ook door het simuleren van een niveauverandering verandert de waarde niet.
4. Voertuig optillen en de stekkerverbinding en bedrading van de sensor controleren op eventuele schade en corrosie. Indien daar geen klachten te vinden zijn, dan kan uitgegaan worden van een interne fout in de sensor.
5. De niveausensor van het voertuig vervangen.
6. Na het vervangen ligt de waarde van de voorste sensor bij 2,2 Volt en daarmee in het gewenste bereik (z. afb.3).
7. Voertuig ,,vastzetten´´ en de koplampen instellen volgens fabrikantspecificaties.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Wskazówka dotycząca bezpieczeństwa
Nie, w niczym mi nie pomógł
Tak, okazał się pomocny