Algemeen
Hydrodynamische (met vloeistof werkende) retarders worden gebruikt bij commerciële voertuigen, om als nagenoeg slijtagevrije retarder het eigenlijke remsysteem te ondersteunen. De in warmte omgezette kinetische energie, die door de vertraging van de vloeisnelheid van de olie geproduceerd wordt, moet door een warmtewisselaar (afbeelding 1) weer aan het koelsysteem afgevoerd worden. Het inzetten van de retarder wordt door de bestuurder geactiveerd of gebeurt automatisch. Het remvermogen bedraagt meerdere 100 KW.
afbeelding 1
Werkingswijze/montage
Naast de bedrijfrem van een commercieel voertuig, die meestal een wrijvingsrem is onderhavig aan slijtage, komen van de kant van de autofabrikanten steeds meer extra, slijtagevrije vertragingsinrichtingen in gebruik.
Een type vertegenwoordigt de hydrodynamische retarder, waarvan de aard van montage resp. inbouw varieert. Er wordt onderscheid gemaakt tussen externe en interne retarders. Externe retarders kunnen vrij gepositioneerd worden in de nabijheid van de aandrijving, terwijl interne retarders gedeeltelijk of volledig in het drijfwerk geïntegreerd zijn. Er zijn „inline“ (in de aandrijving geïntegreerd) en „offline“ varianten (zijdelings aan het drijfwerk bevestigd met een flens).
Alle varianten hebben meerdere gemeenschappelijke doelen:
• Voertuigsnelheid verminderen
• Snelheid bij afdalingen constant houden
• Slijtage van de bedrijfsrem minimaal houden
• Bedrijfsrem beschermen tegen overbelasting
Hydrodynamische retarders (afbeelding 2) werken meestal met olie (deels ook met water) en hebben een interne of externe olievoorraad, die bij het remmen met behulp van perslucht in een converterbehuizing wordt geleid. De behuizing bestaat uit twee tegenover elkaar liggende schoepenwielen. Een rotor, die met de aandrijving van het voertuig verbonden is, en een vaststaande stator. De rotor versnelt de toegevoerde olie. Door de vorm van de rotorschoepen en de centrifugaalkracht wordt de olie in de stator geleid, die daardoor de rotor en bijgevolg de aandrijfas afremt. De daarbij in de retarder geproduceerde warmte verhit de olie, die via aan oliekoeler (afbeelding 3) weer afgekoeld wordt.
De uit massief alumunium of staal bestaande oliekoeler is met een flens bevestigd aan de retarder en geeft de opgenomen warmte aan koelmiddelcircuit van het voertuig af. Opdat de voorgeschreven grenstemperatuur niet zou worden overschreden, moet een temperatuursensor ter bewaking van de koelmiddeltemperatuur in de nabijheid van de oliekoeler aangebracht worden. De sensor zorgt ervoor dat de retarder bij het overschrijden van de grenstemperatuur naar beneden geregeld, resp. afgeschakeld wordt.
Retarder met aangebouwde oliekoeler
Koelkringloop met retarder:
afbeelding 2
afbeelding 3Effecten bij uitval / oorzaken
Een uitval van de retarder kan zich als volgt laten opmerken:
· Koelmiddelverlies
· Olieverlies
· Vermenging van olie en water
· Volledig uitvallen van de remfunctie
Volgende mogelijkheden komen hiervoor in aanmerking:
· Oververhitting van het koelsysteem door gebrek aan koelmiddel, verkeerd koelmiddel of verkeerd koelmiddelmengsel
· Oververhitting van het koelmiddel door verkeerd gebruik (vol afremmen van het voertuig bij laag motortoerental, verkeerde selectie versnelling) en de daaruit voortvloeiende cavitatie (luchtbel vorming van het koelmiddel door hoge thermische belastingen), afbeelding 4
· Beschadiging van afdichtingen/slangaansluitingen
· Vernauwingen van de doorsnede door vervuiling binnen de warmtewisselaar, resp. het koelsysteem
· Hoge resp. plotselinge thermische belastingen (temperatuur/druk)
· Interne lekken van de warmtewisselaar
· Uitval van de temperatuursensor (afbeelding 5)
afbeelding 4afbeelding 5
Fouten opsporen / aanwijzingen
Volgende stappen moeten bij het opsporen van fouten toegepast worden:
· Controle van het koelmiddel met betrekking tot de specificaties van de fabrikant (koelmiddeltype, mengverhouding)
· Controle van het koelmiddelpeil
· Controle van het koelsysteem op lekken en verontreinigingen (olie, kalk, roest, dichtingsmiddel)
· Controle van de koelmiddel-toevoer/afvoer met betrekking tot vernauwingen van de doorsnede
· Warmtewisselaar controleren op vaste zitting en roest
· Elektrische componenten (sensor) testen
· Controle van het koelsysteem met betrekking tot werking van de overige componenten (ventilator, thermostaat, waterpomp, sluitdeksel)
Tijdens het vervangen van de oliekoeler moet het koelsysteem gespoeld, de olie van de retarder en het koelmiddel vervangen worden. Geschikt voor het spoelen is bijv. de koelsysteem-reiniger 8PE 351 225-841. Afzonderlijke, voor de voertuigfabrikant specifieke eisen moeten steeds in acht genomen worden.
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig