Montage-instructies voor remschijven | HELLA
Algemene aanwijzing
Neem altijd de met het product meegeleverde montagehandleidingen of bijgesloten documentatie in acht.
- Remschijven mogen alleen worden vervangen door personen met de juiste vakkennis.
- Onjuist uitgevoerde werkzaamheden kunnen tot een volledige uitval van het remsysteem leiden.
- Aanvullende montage-instructies van de voertuig- en remsysteemfabrikant moeten in acht worden genomen.
- Gebruik uitsluitend typegoedgekeurde remschijven die voor het betreffende voertuig bestemd zijn.
- Voor de montage moet worden gecontroleerd of het reserveonderdeel geschikt is voor het gebruiksdoel en de vereiste afmetingen en eigenschappen heeft.
- De remschijven moeten altijd paarsgewijs/asgewijs en in combinatie met nieuwe remblokken worden vervangen.
- Mechanische beschadigingen van de remschijf moeten worden vermeden. (bijvoorbeeld door vallen)
- Alleen geschikt gereedschap voor de remreparatie gebruiken.
Montagehandleiding
Vóór aanvang van de reparatie aan het remsysteem moet een waarschuwing op het stuurwiel worden aangebracht, waarmee erop wordt gewezen dat er een reparatie wordt uitgevoerd.
- Het voertuig op deskundige wijze omhoog brengen, op stabiele stand controleren en vervolgens de wielen demonteren.
- Remblokken volgens de montage-instructies voor remblokken uitbouwen.
- Remzadel uitbouwen, zo nodig inclusief de remzadeldrager, zonder echter de remslang los te maken of te verdraaien. Fixeer het remzadel zodanig dat de remslang tegen eventuele schade beschermd is.
- De bevestigingsbout van de remschijf losdraaien en de remschijf uitbouwen.
- Wielnaaf reinigen. Het contactvlak op de wielnaaf of de flens moet schoon en onbeschadigd zijn. Reinig de wielnaaf zorgvuldig van corrosiesporen, vuil, lak en/of andere verontreinigingen. Hierna het contactvlak licht met een metaalvrij permanent smeermiddel invetten.
- Nieuwe remschijf monteren.
- Controleer bij geventileerde remschijven de draairichting.
- Haal de bevestigingsbout met het opgegeven aandraaimoment aan.
- Nieuwe remblokken en het remzadel weer inbouwen. Volg hierbij de montage-instructies voor remblokken.
- Monteer de wielen en haal de wielmoeren/-bouten met het opgegeven aandraaimoment aan.
- Herhaal de procedure aan de andere wielzijde.
- Laat het voertuig weer zakken.
Montage-instructies voor remschijven met wiellager en ABS-impulsring
Remschijven met geïntegreerde wiellagers moeten zeer zorgvuldig worden ingebouwd. Een ondeskundige montage heeft een negatieve invloed op de levensduur van het lager. Remschijven niet schuin aanbrengen tijdens de montage. Smeer de fusee om de inbouw te vergemakkelijken. Zorg dat er bij aanbrenging van de remschijf op de fusee alleen kracht wordt uitgeoefend op de binnenste lagerring.
Controleer bij remschijven met geïntegreerde ABS-sensor vóór de inbouw de encoder-ring op beschadigingen. Hierdoor worden eventuele storingen door onjuiste sensorsignalen in het ABS-systeem vermeden.
- Stel de encoder-ring niet bloot aan sterke magnetische velden, aangezien dat tot beschadigingen en onjuiste werkingen kan leiden.
- Remschijven met geïntegreerde wiellagers moeten bij het aanhalen van de wielbouten worden ingedraaid om de wentellichamen uit te lijnen. Hierdoor wordt voorkomen dat de lagerschaal wordt beschadigd.
- Gebruik bij inbouw van de remschijf geen mechanisch geweld. Gebruik geen hamer of ander slaggereedschap.
- Gebruik voor de bevestiging van de asmoer geen slagschroevendraaier.
Controle van de werking
- Het peil van de remvloeistof in het expansiereservoir controleren. Vul zo nodig tot de maximale vulhoogte bij.
- Gebruik uitsluitend remvloeistof die voor het voertuig is goedgekeurd.
- Het rempedaal langzaam meerdere keren met 2/3 van de arbeidsslag bedienen om de remblokken in de arbeidsstand te brengen.
- Het remsysteem op lekkages controleren.
- Testrit uitvoeren.
- Voer de eerste remacties op lage snelheden uit en houd er rekening mee dat de effectiviteit van de remmen tijdens deze remprocedures iets geringer kan zijn.
- Om zeker te kunnen zijn van een betrouwbare en goede werking van de wielrem moeten de wrijvingsvlakken van de nieuwe componenten op elkaar worden afgestemd door de rem in te rijden.
- Voor een optimale afstemming wordt een inrijfase van 200-300 kilometer aanbevolen.
- De desbetreffende inrij-instructies van de rem- en voertuigfabrikant moeten absoluut in acht worden genomen.
- Rem niet te plotseling of te langdurig om de aanpassing sneller te laten verlopen, wanneer dat niet nodig is.
- Houd u bij alle remmanoeuvres aan de algemene verkeersregels!
Aanvullende controles
Om het probleem van remwrijving tijdens het rijden te voorkomen, moet de axiale slingering van de nieuwe remschijf met een geschikte meetklok volgens de instructies van de voertuigfabrikant worden gecontroleerd.
Als de tolerantiewaarden niet worden bereikt, moet de wielnaaf worden gecontroleerd.
OPMERKING: te sterke axiale slingering kan worden veroorzaakt door vervuilde/beschadigde wielnaven/flenzen en/of versleten lagers.
Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de Technische informatie:
- “Axiale slingering van de remschijf controleren“
- “Axiale slingering van de wielnaaf controleren“
- “Inrij-instructie remschijven“
Veiligheidsvoorschrift
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften:
- Remschijven moeten worden vervangen wanneer deze sterk gecorrodeerd, ingekerfd, gescheurd, kromgetrokken of niet meer de minimumdikte hebben.
- De dikte van de remschijf mag nooit geringer dan de minimumdikte zijn.
- De minimumdikte (de door de fabrikant opgegeven slijtagegrens) is op de remschijf aangegeven.
- De minimumdikte moet regelmatig op de dunste locatie van de remschijf worden gecontroleerd (bijvoorbeeld bij elke vervanging van de remblokken).
- Remschijven niet in contact brengen met vetten, oliën en andere smeermiddelen dan wel met vettige reinigingsmiddelen, aangezien dit tot het falen van het remsysteem kan leiden.
- Remblokken die met olie zijn verontreinigd of sterk vervuild zijn, moeten worden vervangen.
- Reinig de onderdelen en ontdoe deze van alle resten conserveringsmiddelen of smeervet, echter niet van de beschermende coating.
- Het remsysteem niet reinigen met perslucht, maar met een geschikte borstel of remmenreiniger.
- Ingeademd remstof kan de gezondheid schade toebrengen. Draag op slecht geventileerde werkplekken een stofmasker.
- Remvloeistof kan bij ondeskundig gebruik ernstig letsel of schade veroorzaken. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van de desbetreffende remvloeistoffabrikant.