Om ervoor te zorgen dat de voorgeschreven emissiegrenswaarden niet worden overschreden, wordt er bij dieselvoertuigen een roetfilter of dieselpartikelfilter (DPF) gebruikt.
Dit roetfilter bestaat uit een keramiekstructuur die honingraatvormig is opgebouwd en is gecoat met edelmetalen.
Momenteel worden er vooral twee DPF-systemen gebruikt.
Met additief en zonder additief.
Het DPF-systeem filtert schadelijke roetdeeltjes uit de motoruitlaatgassen.
Bij bepaalde rijomstandigheden wordt het regeneratieproces automatisch gestart. Hierbij wordt het filter gereinigd door verbranding van de achtergebleven roetdeeltjes op hoge temperatuur.
Het DPF-systeem beschikt over een regeneratiefunctie.
Hierbij zijn er twee verschillende processen te onderscheiden: actieve en passieve regeneratie.
De uitlaatgastemperaturen die nodig zijn voor het regeneratieproces, worden bereikt door de positionering van het filter (vlak bij de motor)
(geen additief nodig).
Dit gebeurt gewoonlijk ook ongeveer eens in de 400 – 800 km tijdens het rijden op de autosnelweg.
Let op: wanneer het reinigingsproces
wordt onderbroken, kan de motor ernstig beschadigd raken.
Tijdens de regeneratie kan er afhankelijk van het voertuigtype een waarschuwingslampje branden. Als dit het geval is, moet er worden doorgereden tot het waarschuwingslampje uitgaat.
Als het waarschuwingslampje blijft knipperen of branden, is regeneratie van het filter niet mogelijk. In dit geval moet u (om ernstige motorschade te voorkomen) direct naar een erkend garagebedrijf gaan.
De door het verbranden van de roetdeeltjes ontstane as blijft in het filter achter.
Wanneer het filter vol zit met as, moet het worden gereinigd of eventueel vervangen.
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig