Als het bovenstaande probleem wordt vastgesteld, kan een mogelijke oorzaak een beschadigde kabelboom in de motorruimte zijn.
In dit geval kan er contact zijn tussen de kabelboom van de motor (afbeelding pos. 2) en de drukleidingbehuizing (afbeelding pos. 3).
Dit kan leiden tot schade aan de kabelboom (afbeelding, pos. 2) en vervolgens de genoemde storingen veroorzaken.
Om andere mogelijke oorzaken van storingen uit te sluiten, moeten elektrische en mechanische systeemtests (volgens de specificaties van de fabrikant van het voertuig) en een foutcodelezing met een geschikt diagnoseapparaat worden uitgevoerd.
Repareer of vervang eerst de beschadigde kabelboom (zie foto pos. 2) volgens de instructies van de autofabrikant.
Als er geen verdere storingen meer worden herkend, kan een afstandsring (afbeelding, pos. 1) (OE-nr. N 107 162 01) worden gebruikt als bescherming tegen nieuwe beschadigingen.
Daarna moeten een testrit en een nieuwe foutcodelezing worden uitgevoerd om de reparatiemaatregel te controleren.
Houd er rekening mee dat deze werkzaamheden alleen door een geautoriseerde vakwerkplaats mogen worden uitgevoerd en dat de reparatie- en onderhoudsvoorschriften van de voertuigfabrikant in acht moeten worden genomen!
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig