Als zich bij de bovengenoemde voertuigen een storing voordoet in de werking van de interieurventilator, wordt dat mogelijk veroorzaakt door bevroren water in de behuizing van de ventilator.
Onder bepaalde omstandigheden kan er via de luchtaanzuiging sneeuw in de behuizing van de ventilator terechtkomen.
Deze sneeuw kan daar gaan condenseren en bij lage buitentemperaturen bevriezen en zo de ventilatormotor blokkeren. Bij voertuigen met Climatronic zijn dan de volgende storingscodes opgeslagen:
Om dit probleem te verhelpen, moet de ventilatormotor worden uitgebouwd en gecontroleerd. Als de motor niet beschadigd is, kan hij weer worden ingebouwd. Op het laagste punt van de behuizing van de ventilator moet er dan een gat worden geboord met een diameter van 4 mm. Dit zorgt ervoor dat het water dat zich in de behuizing verzamelt, wordt afgevoerd.
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig