Reparatie-instructie 'Starthulp' - Starthulp met een startkabel | HELLA
Reparatie-instructie 'Starthulp'
Starthulp met een startkabel
Als bij een motorvoertuig het starttoerental door een zwakke accu te laag is om de motor met succes te kunnen starten, kan het voertuig worden gestart met behulp van een externe accu en een startkabel. In de meeste gevallen wordt deze procedure, die ook wel 'overbruggen' wordt genoemd, uitgevoerd met een tweede voertuig en een startkabel.
Als er geen pechhulpdienst in de buurt is, moet bij het starten met een startkabel het volgende in acht worden genomen:
- Om schade aan het boordnet van het voertuig tet voorkomen, mag u uitsluitend geschikte startkabels gebruiken met een kabeldoornsnede die groot genoeg is
- Lees voor het verlenen van starthulp de gebruiksaanwijzing van de startkabels en de gebruiksaanwijzingen van de voertuigen met inbegrip van de veiligheidsvoorschriften aandachtig door
- De accu's van beide voertuigen moeten dezelfde nominale spanning hebben
- Als de starthulp wordt verleend door een ander voertuig, zorg er dan voor dat de carrosserieën van de voertuigen niet met elkaar in aanraking komen
De stroomgevende accu moet voldoende geladen zijn en minimaal dezelfde capaciteit (Ah) hebben als de ontvangende accu.
Veiligheidsvoorschrift!
- Om materiële schade en persoonlijk letsel te voorkomen, mag er geen starthulp worden verleend, als de accu's bevroren, beschadigd of lek zijn!
- Verleen geen starthulp in een omgeving waar explosiegevaar bestaat!
- Bij een verkeerd gebruik van de startkabel bestaat er brand-, ontploffings-, corrosie- en explosiegevaar!
Voorbereiding van de starthulp
- Zorg ervoor dat de voertuigen niet ongewild kunnen wegrollen
- Schakel bij een automatische versnellingsbak rijstand 'P' in en trek de parkeerrem aan
- Zet bij een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingspook in de neutrale stand en trek de parkeerrem aan
- Schakel vóór het verlenen van starthulp alle verbruikers zoals radio, ventilatie, enz. en het 'contact' bij beide voertuigen uit
Startkabel aansluiten
Neem in dit verband altijd de aanwijzingen over het onderwerp 'Starthulp' in de gebruiksaanwijzing van beide voertuigen in acht!
- Sluit klem 1 van de rode startkabel aan op de pluspool van de stroomgevende accu (B).
- Sluit klem 2 van de rode startkabel aan op de pluspool van de ontvangende accu (A).
- Sluit klem 1 van de zwarte startkabel aan op de minpool van de stroomgevende accu (B).
- Sluit klem 2 van de zwarte startkabel zo ver mogelijk van de accupool af aan op de massa-aansluiting/carrosserie of het motorblok van voertuig (A) met de ontvangende accu.
A= voertuig met de ontvangende accu/B= voertuig met de stroomgevende accu
Belangrijke aanwijzingen!
- Bij het voertuig met de ontvangende accu mag de zwarte kabel niet worden aangesloten op de minpool van de accu. Bij gassende accu's bestaat er explosiegevaar!
- Bij voertuigen met een accumanagementsysteem moet de starthulp plaatsvinden via de externe startpunten in de motorruimte. Als de starthulp direct plaatsvindt op de accupolen, kan de boordelektronica resp. de accusensor beschadigd raken.
Afb.
Positie van de externe startpunten
BMW/E90 in de motorruimte
Starthulp
- Start voertuig (B) met de stroomgevende accu en laat het stationair draaien
- Start voertuig (A) met de lege accu
- Als de motor van het voertuig niet aanslaat, moet er na iedere startpoging – die niet langer dan 15 seconden mag duren – minimaal 1 minuut worden gewacht. Als de motor van het voertuig is aangeslagen, wacht dan ca. 2 minuten tot de motor gelijkmatig draait en koppel de startkabel daarna los
Startkabel loskoppelen
Het loskoppelen van de startkabels gebeurt in omgekeerde volgorde.
- Koppel klem 2 van de zwarte startkabel los van het voertuig met de ontvangende accu
- Koppel klem 1 van de zwarte startkabel los van het voertuig met de stroomgevende accu
- Koppel klem 2 en daarna klem 1 van de rode startkabel los
Aanwijzing!
Als het verlenen van starthulp is gelukt, moet er met het voertuig waarvan de motor extern is gestart, eerst enige tijde worden gereden om de accu weer op te laden.
Om te voorkomen dat het voertuig opnieuw uitvalt, verdient het aanbeveling om de voertuigaccu na te laden met een acculader, de accu vervolgens te controleren en hem zo nodig te vervangen.