Wanneer er bij het bovenstaande voertuig over wordt geklaagd dat de motor onregelmatig loopt en het motorcontrolelampje oplicht, kan dit wijzen op een defect in het uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR).
Afb. 1
- Pos. 1 = verschildruksensor
- Pos. 2 = verschildrukmeetpunt
- Pos. 3 = EGR-klep
- Pos. 4 = uitlaatgasrecirculatie-magneetklep
- Pos. 5 = motorregelapparaat
In het storingsgeheugen van het motorsysteem kunnen de volgende storingscodes opgeslagen zijn:
-P0401 "EGR-systeem: onvoldoende doorstroom"
-P0402 "EGR-systeem: overmatige doorstroom"
Eerst moet de pneumatische EGR-klep worden gecontroleerd.
Wanneer deze in orde is, moet worden nagegaan of de storing wordt veroorzaakt door de verschildruksensor.
De hoeveelheid recirculerend uitlaatgas wordt door de verschildruksensor gemeten op het verschildrukmeetpunt (zie afbeelding 1). De betreffende waarden worden als spanningssignaal naar het motorregelapparaat gestuurd. Door een technisch defect is het mogelijk dat de werkelijk teruggevoerde hoeveelheid uitlaatgas verkeerd wordt gemeten.
Daarom moet worden gecontroleerd of de beide slangaansluitingen aan de behuizing (zie afbeelding 2) op de goede plaats zitten (in-/uitgangszijde) en of deze niet beschadigd zijn.
Wanneer dit in orde is, wijst dat op een defect in de verschildruksensor en moet deze sensor worden vervangen.
Een gemodificeerde verschildruksensor is verkrijgbaar bij de voertuigfabrikant.
Afb. 2
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig