Als bij dit type voertuig bovengenoemde fouten met de weergegeven foutcodes worden geconstateerd, kan dit door een defect aan de elektrische stekkerverbinding of de stangen van de gasklep veroorzaakt worden. Controleer in dit geval of de stekkerverbindingen goed zijn aangesloten en niet gecorrodeerd zijn. Als hierbij geen gebreken worden geconstateerd, controleer dan de mechanische werking van de gasklep. Demonteer hiervoor de gasklep.
Als de servomotor niet wordt aangestuurd, bevindt de gasklep zich in een iets geopende basispositie, wat door twee veren wordt geregeld. Door de gasklephefboom met de hand te draaien, springt deze vanwege de veerkracht terug in de basispositie.
Als dit niet het geval is, moet de gasklep vervangen worden.
Neem hierbij altijd de demontage- en montage-instructies van de voertuigfabrikant in acht.
Belangrijke veiligheidsinstructie
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig