Waarom wordt dagrijverlichting gebruikt en welke voordelen biedt het?
Dagrijverlichting inbouwen - basisprincipes & handleiding
Hier vindt u nuttige tips en belangrijke instructies over dagrijverlichting.
Het dagrijlicht verhoogt de veiligheid in het verkeer. Daarom wordt het al standaard bij nieuwere voertuigen ingebouwd. Op deze pagina ontdekt u de voordelen van het dagrijlicht ten opzichte van het dimlicht. Daarnaast vindt u hier tips bij het kiezen van wettelijk goedgekeurde aanvullingssets en hoe deze professioneel kunnen worden ingebouwd. Met bijvoorbeeld de codering van lichtfuncties ontdekt u bovendien welke aanpassingen er mogelijk zijn bij moderne besturingssystemen.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
INHOUDSOPGAVE
WAARVOOR WORDT DAGRIJVERLICHTING GEBRUIKT EN WELKE VOORDELEN BIEDT HET?: BASISPRINCIPES
De voornaamste taak van dagrijverlichting is om een voertuig beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers. Zeker in situaties met wisselende lichtomstandigheden, bijvoorbeeld in een bos, is dat erg belangrijk.
Een ander voordeel is de winst aan reactietijd van andere weggebruikers die een voertuig sneller en duidelijker kunnen waarnemen. Een ander comfortabel pluspunt is dat de dagrijlichten automatische aangaan bij het inschakelen van de ontsteking. Het is onmogelijk om ze te vergeten.
Overzicht van de voordelen:
- Betere waarneming van het voertuig door andere weggebruikers
- Meer tijd om te reageren voor andere weggebruikers
- Het dagrijlicht wordt automatisch ingeschakeld
Golf VI met geactiveerd dagrijlicht
WELKE NADELEN HEBBEN NORMALE DIMLICHTEN IN VERGELIJKING MET DAGRIJLICHTEN?: VERGELIJKING
- Verhoogd brandstofverbruik omdat alle koplampen en lampen constant zijn ingeschakeld: licht is duur omdat de koplampen en hoeklampen stroom nodig hebben en dus brandstof verbruiken! Bij een normale personenwagen met benzinemotor is dit een meerverbruik van ongeveer 0,207 liter per 100 kilometer, als het licht is ingeschakeld. Met een rijcapaciteit van 30.000 km per jaar als basis, telt het extra verbruik dus op tot een goede 60 liter. Dit resulteert natuurlijk ook in meer emissie van uitlaatgassen.
- De lichtbronnen moet aanzienlijk sneller worden vervangen: permanent ingeschakeld licht verkort de levensduur van de lampen. Bij standaard uitvoeringen van H7- en H4-halogeenlampen (geen 50%- of long-life-lampen), ligt de levensduur tussen 550 en 700 uren. Bij permanent gebruik is de vervangingsfrequentie duidelijk hoger. Een led-dagrijlamp heeft daarentegen een levensduur van 10.000 uur en gaat doorgaans de volledige levensduur van de auto mee.
- Naast de materiaalkosten ontstaan soms aanzienlijke kosten voor de vervanging van de verlichting: indien de lichtbron moet worden vervangen, gaat dat bij sommige voertuigen met veel moeite gepaard, omdat batterij, luchtfilterkast, koplamp etc. gedemonteerd moeten worden.
- Het waarschuwende effect van dimlicht is kleiner dan dat van speciale dagrijlichten. Kenmerkend voor dimlicht is dat de weg optimaal wordt verlicht in het donker. De lichtstraal "valt" gelijkmatig "naar beneden" waardoor het tegenliggende verkeer niet verblind wordt. Dagrijlicht daarentegen is zo ontworpen dat overdag een optimale en vroegtijdige waarneming van het voertuig wordt bereikt. De lichtintensiteit is daarbij beperkt (2 lux bij een afstand van 25 meter), zodat uitgestraald licht niet als verblinding ervaren wordt.
Op de markt worden inbouwsets met elektronische apparatuur aangeboden, die alleen het dimlicht inschakelt. Is dat een alternatief voor dagrijlicht?
Vergeleken met rijden zonder licht is dit een stap in de goede richting. Dagrijlichten leveren, zoals hierboven aangegeven, echter aanzienlijk betere prestaties met betrekking tot zicht en energieverbruik. Bij veel leveranciers van dergelijke elektronica wordt het dimlicht bovendien nog gedimd, bij één fabrikant zelfs met ca. 50 %. Dit betekent dat de lichtstroom, d.w.z. de totale uitgestraalde lichtintensiteit van een lichtbron, zo sterk wordt verminderd dat de voorgeschreven minimumwaarde niet wordt bereikt. Dit is absoluut verboden door de wet!
De reden: Een koplamp krijgt zijn typekeuring voor vorm, lichtbron en werking. Dagrijlicht, dat met behulp van elektronische apparatuur wordt gegenereerd, betekent een extra lichtfunctie waarmee dus bij de typetest geen rekening werd gehouden. Daardoor verliest de koplap automatisch zijn goedkeuring!
Toegelaten voor het wegverkeer
Dagrijverlichting moet in het algemeen goedkeuring voor het wegverkeer bezitten. Om deze goedkeuring te verkrijgen, moet het dagrijlicht voldoen aan de specificaties volgens de norm ECE-R87. Indien de lamp de zogenaamde typetest heeft doorstaan, dan wordt de goedkeuring verleend. Het keurmerk bevindt zich meestal op het koplampglas of op de behuizing.
DAGRIJVERLICHTING ACHTERAF INBOUWEN: VOORSCHRIFTEN
DAGRIJVERLICHTING INBOUWEN - LEDAYLINE 15 / 30: VIDEO
Montagehandleiding LEDayLine 15 / 30
Bijvoorbeeld Skoda Octavia bouwjaar 1999 – Leddagrijlicht "LEDayLine".
"KLEM 15" BIJ DE INBOUW VAN DAGRIJLICHTEN: INSTRUCTIE
Het dagrijlicht levert een grote bijdrage aan de veiligheid in het wegverkeer. De wet denkt hier hetzelfde over. Daarom is deze lichtfunctie voorgeschreven voor alle nieuwe voertuigen die vanaf februari 2011 op de markt zijn gekomen. Voor voertuigen zonder standaard dagrijlicht biedt de markt een hele reeks aanvuloplossingen aan.
Bij alle verschillen met betrekking tot de vorm, de lichtbron en het bevestigingstype zijn er bij de elektrische aansluiting weinig alternatieven. Bij veel fabrikanten worden de lichten met klem 15 (geschakelde plus, vaak ook ontstekingsplus genoemd), klem 58 (navigatielicht) en klem 31 (massa) verbonden. Terwijl de aansluiting van klem 58 en 31 in de meeste gevallen probleemloos verloopt, is dit voor klem 15 soms anders.
Bij moderne voertuigen zijn de aansluitmogelijkheden eerder schaars onder motorkap, zoals zekeringen van andere verbruikers waarop een geschakelde plus is aangesloten. In dergelijke gevallen moet een kabel in het interieur van het voertuig worden gelegd. In de zekeringskast bevindt zich doorgaans een geschikte aansluitmogelijkheid. Bij veel voertuigen van de merken Audi, Seat, Skoda en VW is het mogelijk om de dagrijlichten via de lichtschakelaar aan te sturen.
Voor de elektrische aansluiting moet als volgt te werk worden gegaan:
Kabel voor klem 31 aansluiten
De kabel voor klem 31 (massa) op een geschikte plaats van de carrosserie of direct op de accu aansluiten.
Kabel voor klem 58 niet op de kabel van het navigatielicht aansluiten
De kabel voor klem 58 moet niet op de kabel van het navigatielicht aan de koplamp worden aangesloten. Deze functie wordt later door de lichtschakelaar overgenomen.
Kabel voor klem 15 leggen
De kabel voor klem 15 op een geschikte plaats in het interieur leggen.
Lichtschakelaar ontgrendelen en uittrekken
Lichtschakelaar ontgrendelen en uit het dashboard trekken. Daarvoor de draaischakelaar eerst indrukken en dan licht naar rechts draaien.
Eventueel het dashboard aan de zijkant demonteren
Bij bepaalde voertuigen (bijvoorbeeldj VW Sharan of Seat Alhambra) kan de schakelaar niet geheel met kabelaansluiting uit het dashboard worden getrokken. Hier moet eerst het dashboard aan de zijkant worden gedemonteerd, zodat de stekkeraansluiting van daaruit bereikbaar is.
Stekkerverbinding losmaken
De stekkerverbinding van de schakelaar losmaken.
Contact voor dagrijlicht
Op de schakelaar bevindt zich een contact voor het dagrijlicht.
Contactbus is niet van een krimpverbinding voorzien
In de stekker is de passende contactbus doorgaans niet van een krimpverbinding voorzien.
Kabel voor klem 15 daar aangesloten
Met behulp van een krimpverbinding (HELLA nr. 8KW 863 934-003) kan de kabel voor klem 15 daar dus worden aangesloten. Er moet echter een zekeringhouder (8JD 743 557-021) met een zekering van 3 ampère worden voorgeschakeld.
De onderdelen in de omgekeerde volgorde monteren
De verwijderde onderdelen weer in omgekeerde volgorde monteren.
De dagrijlichten worden bij de inschakeling van de ontsteking ingeschakeld
De dagrijlichten worden bij de inschakeling van de ontsteking ingeschakeld De lichten gaan uit als de lichtschakelaar wordt bediend (navigatie- of dimlicht).
Hieronder vindt u een lijst met de voertuigen waarop dit type aansluiting mogelijk is. De lijst maakt geen aanspraak op volledigheid.
| Audi A3 | (8L) | Bouwjaar 09/96 – 05/03 |
| Audi A | (8P1) | Bouwjaar 05/03 – |
| Audi A3 Sportsback | (8PA) | Bouwjaar 09/04 – |
| Audi A4 Limousine | (8E2, B6) | Bouwjaar 11/00 – 12/04 |
| Audi A4 Avant | (8E5, B6) | Bouwjaar 04/01 – 12/04 |
| Audi A4 Cabrio | (8H7, 8HE) | Bouwjaar 04/02 – |
| Audi A4 Limousine | (8K2) | Bouwjaar 11/07 – |
| Audi A4 Avant | (8K5) | Bouwjaar 04/08 – |
| Audi A6 Limousine | (4B, C5) | Bouwjaar 01/95 – 01/05 |
| Audi A6 Avant | (4B, C5) | Bouwjaar 11/97 – 01/05 |
| Audi A6 Limousine | (C7) | Bouwjaar 05/04 – 04/11 |
| Seat Alhambra | (7V8, 7V9) | Bouwjaar 10/97 – 06/10 |
| Skoda Fabia | (7V8, 7V9) | Bouwjaar 08/98 – 03/08 |
| Skoda Oktavia | (1U2) | Bouwjaar 09/96 – |
| Skoda Oktavia Kombi | (1U5) | Bouwjaar 07/98 – |
| Skoda Oktavia | (1Z3) | Bouwjaar 02/04 – |
| Skoda Oktavia Kombi | (1Z5) | Bouwjaar 02/04 – |
| VW Bora | (1J2) | Bouwjaar 09/98 – 05/05 |
| VW Golf IV | (1J1) | Bouwjaar 08/97 – 06/05 |
| VW Golf IV Variant | (1J1) | Bouwjaar 05/99 – 06/06 |
| VW Lupo | (6X1, 6E1) | Bouwjaar 10/98 – 07/05 |
| VW Passat | (3B2) | Bouwjaar 10/96 – 11/00 |
| VW Passat Variant | (3B5) | Bouwjaar 06/97 – 11/00 |
| VW Passat | (3B3) | Bouwjaar 11/00 – 05/05 |
| VW Passat Variant | (3B6) | Bouwjaar 11/00 – 05/05 |
| VW Polo | (9N1,2,3) | Bouwjaar 10/01 – 03/10 |
| VW New Beetle | (9C1, 1C1) | Bouwjaar 01/98 – |
| VW Sharan | (7M6-7M9) | Bouwjaar 09/97 – 10/10 |
| VW Transporter 5 | (7HA-7EH) | Bouwjaar 04/03 – |
DAGRIJLICHTEN CODEREN: INSTRUCTIE
Codering bij de montage van dagrijlichten
Bij veel nieuwere voertuigen is het dagrijlicht reeds standaard ingebouwd. Afhankelijk van het voertuigmodel hebben klanten echter verschillende ideeën over de optische vormgeving van deze lichtfunctie. Als de klant niet tevreden is met de optische vormgeving, kan hier echter iets aan worden gedaan. In veel gevallen kan de dagrijlichtfunctie met de codering worden uitgeschakeld. Als voorbeeld nemen we weer de Golf VI.
Hiervoor wordt via de menupunten Centrale elektronica – Codering de "Lange codering" opgeroepen. Als byte 15 wordt geselecteerd, verschijnt er een lijst van de bits met hun functies. Als het vinkje bij bit 6 wordt verwijderd, wordt ook de TFL-functie gedeactiveerd (zie afbeelding 1). Zo kan de wensen van de klant met betrekking tot het design en de inbouwplaats uitgevoerd worden.
Voor de latere inbouw van dagrijlichten zijn de ventilatieopeningen in de voorspoiler vaak geschikt. Deze plaats is echter vaak reeds "bezet" door de standaardmistlampen. Er zijn echter dagrijlichten die nagenoeg dezelfde afmetingen als de mistlampen hebben. Klanten denken vaak dat het mogelijk is om deze eenvoudig te verwisselen. Maar de mistlampen worden minder vaak gebruikt. Bij dagrijlichten met leds bestaat echter het probleem van de lampuitvalcontrole. De codering kan ook hier uitkomst brengen. De Golf VI geldt ook hier als voorbeeld.
Hiervoor wordt via de menupunten Centrale elektronica – Codering de "Lange codering" opgeroepen. Als byte 14 wordt geselecteerd, verschijnt er een lijst van de bits met hun functies. Als het vinkje bij bit 0 wordt verwijderd, wordt ook de mistlampfunctie gedeactiveerd (afbeelding 2).
Indien de klant bochtlicht wenst, is dat bij ingebouwde mistlampen zonder problemen mogelijk. Eenvoudigweg een vinkje bij bit 7 plaatsen en de mistlampen worden aangepast aan de situatie ingeschakeld.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Conclusie:
Door de codering is het ook bij moderne voertuigen mogelijk om professionele lichttechnische wijzigingen uit te voeren. Natuurlijk zijn deze mogelijkheden altijd afhankelijk van wat de fabrikant op coderingsniveau toelaat en of de juiste diagnosetesters beschikbaar zijn. De ervaringen tonen echter aan dat steeds meer werkplaatsen deze mogelijkheid voor zichzelf ontdekken en zo de wensen van hun klanten vervullen.
Hoe nuttig is dit artikel voor jou?
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig