Uitlaatgastemperatuursensor
Nuttige kennis en waardevolle tips voor het testen van de uitlaatgastemperatuursensor, bij wijze van voorbeeld beschreven voor een VW Passat 2,0 16 V TDI uit 2015.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
In de meetpunt van de uitlaatgastemperatuursensor is een elektrische weerstand ingebouwd waarvan de waarde afhankelijk van de temperatuur verandert. Dergelijke weerstanden worden thermistoren genoemd en worden onderverdeeld in twee groepen. Afhankelijk van het temperatuurgedrag wordt er een onderscheid gemaakt tussen NTC- en PTC-weerstanden (afbeelding 1).
NTC - weerstand met een negatieve temperatuurcoëfficiënt (de weerstand neemt bij stijgende temperatuur af)
PTC - weerstand met een positieve temperatuurcoëfficiënt (de weerstand neemt bij stijgende temperatuur toe)
De uitlaatgastemperatuursensor (EGTS) is meestal rechtstreeks aangesloten op het motorregelapparaat (ECU). De sensor vormt samen met een andere weerstand (RUP) in het regelapparaat een serieschakeling waardoor een elektrische spanning wordt verdeeld. Het signaal wordt gemeten op de spanningsdeler en via een algoritme omgezet in temperatuurinformatie (afb. 2).
Uitval van een uitlaatgastemperatuursensor kan de onderstaande gevolgen hebben:
De volgende oorzaken kunnen verantwoordelijk zijn voor het uitvallen van de uitlaatgastemperatuursensor:
De onderstaande informatie wordt bij wijze van voorbeeld weergegeven voor een VW Passat 2.0 16 V TDI met als bouwjaar 2015. Afhankelijk van de uitrusting van het voertuig kunnen er maximaal vier uitlaatgastemperatuursensoren ingebouwd zijn. Het motorregelapparaat bewaakt de temperatuur voor de katalysator en de turbocompressor en voor en na het roetfilter.
Bij voertuigen zonder SCR-katalysator (Selective Catalytic Reduction) is de uitlaatgastemperatuursensor achter het roetfilter niet nodig. In het geval van een defecte uitlaatgastemperatuursensor of onwaarschijnlijke uitgangswaarden schakelt het systeem over op noodbediening of gebruikt het een vervangende waarde om de betreffende componenten te beschermen tegen oververhitting. Vervolgens wordt er een storing opgeslagen in het motorregelapparaat en wordt het waarschuwingslampje op het dashboard geactiveerd.
De werking van de uitlaatgastemperatuursensor wordt bewaakt door het daarvoor bedoelde hogere systeemregelapparaat. Eventuele fouten worden opgeslagen in het storingsgeheugen van het regelapparaat en kunnen worden uitgewisseld met een geschikt diagnoseapparaat. Afhankelijk van het systeem kunnen er extra parameters worden weergegeven en worden gebruikt voor het oplossen van problemen.
Met deze functie kunnen de in het storingsgeheugen opgeslagen storingscodes worden uitgelezen en gewist. Daarnaast kan er informatie over de storingscodes worden opgeroepen.
Met deze functie kunnen de actuele meetwaarden van de sensor in het regelapparaat worden weergegeven en geanalyseerd.
Voor de foutopsporing kunnen systeemspecifieke schakelschema's uit de voertuiginformatie worden gebruikt. Hier kunnen de PIN-toewijzing van de uitlaatgastemperatuursensor en de kabelkleuren worden uitgelezen en worden gebruikt voor verdere controles.
Neem ook de toepasselijke onderhouds- en reparatie-instructies van de betreffende voertuigfabrikant in acht!
De verschillende diagnosemogelijkheden zijn bij wijze van voorbeeld weergegeven voor het diagnoseapparaat mega macs 77. De testdiepte en het aantal verschillende functies kunnen afhankelijk van de voertuigfabrikant en de systeemconfiguratie van het regelapparaat variëren.
Schematekeningen, foto's en beschrijvingen zijn bedoeld om de tekst van het document nader toe te lichten en visueel te verduidelijken en kunnen niet worden gebruikt als basis voor voertuigspecifieke reparaties.
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig