Nokkenassensor werking
Hier vindt u nuttige basiskennis en belangrijke tips rond het thema nokkenassensor bij voertuigen.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
Nokkenassensoren hebben de taak om samen met de krukassensor de exacte positie van het krukasmechanisme te definiëren. Dankzij de combinatie van beide sensorsignalen weet de motorstuureenheid wanneer de eerste cilinder zich in het bovenste dode punt bevindt.
Deze informatie is nodig voor drie doeleinden:
De nokkenassensor werkt volgens het Hall-principe. Hij tast een tandkrans af die zich op de nokkenas bevindt. Door de rotatie van de tandkrans verandert de Hall-spanning van de Hall-IC die zich in de sensorkop bevindt. Deze veranderende spanning wordt naar de stuureenheid gestuurd en daar geanalyseerd om de vereiste gegevens vast te stellen.
Een defecte nokkenassensor kan op de volgende manier worden herkend:
Het uitvallen van de nokkenassensor kan worden veroorzaakt door:
Controle van de aansluitkabel van de stuureenheid naar de sensor met de ohmmeter. Stekker van de stuureenheid en de sensor trekken en de afzonderlijke kabels op doorgang controleren. Een schakelschema is vereist voor de pinbezetting. Gewenste waarde: ca. 0 Ohm.
Aansluitkabels op massasluiting controleren. Meting tussen de sensorstekker en de voertuigmassa bij een losgenomen stuureenheidstekker. Gewenste waarde: >30 MOhm.
Voedingsspanning van de stuureenheid naar de sensor controleren. Stuureenheidstekker instekken, ontsteking inschakelen. Gewenste waarde: ca. 5 V (aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen).
Controle van de signaalspanning. Meetkabel van de oscilloscoop aansluiten en motor starten. Op de oscilloscoop moet een rechthoekig signaal te zien zijn.
Er moet op een correcte afstand tot het detectorwiel en op een correcte dichting worden gelet.
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig