Werking klopsensor
Klopsensor werking foutopsporing
Hier vindt u nuttige basiskennis en belangrijke tips over klopsensoren bij voertuigen.
De klopsensor bewaakt het verbrandingsproces in de motor. Het signaal helpt de motorbesturing om kloppende verbrandingen te stoppen en zo de motormechanica te ontzien. Op deze pagina beschrijven wij onder andere hoe een defecte klopsensor zich bemerkbaar maakt, welke oorzaken tot de uitval kunnen leiden en hoe hij in de werkplaats gecontroleerd kan worden.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
INHOUDSOPGAVE
WERKING KLOPSENSOR: WERKINGSPRINCIPE
De klopsensor bevindt zich aan de buitenkant van het motorblok. Deze moet bij alle bedrijfstoestanden van de motor kloppende geluiden registreren om motorschade te voorkomen.
De klopsensor 'hoort' de mechanische trillingen in het motorblok en zet deze om in elektrische spanningssignalen. Deze worden in het regelapparaat gefilterd en geanalyseerd. Het klopsignaal wordt toegewezen aan de betreffende cilinder Bij het optreden van kloppen wordt het ontstekingssignaal voor de betreffende cilinder zo ver in de richting „laat“ gezet, dat er geen kloppende verbranding meer optreedt.
Klopsensor
KLOPSENSOR DEFECT: SYMPTOMEN
Een defecte sensor kan door de foutherkenning van het regelapparaat en de hieruit resulterende noodloopstrategie op verschillende wijzen opvallen.
Regelmatige foutsymptomen zijn:
- motorcontrolelampje brandt
- opslaan van een foutcode
- geringer motorvermogen
- verhoogd brandstofverbruik
KLOPSENSOR DEFECT: OORZAKEN: UITVALSOORZAAK
Mogelijke oorzaken van de uitval:
- inwendige kortsluiting
- leidingonderbrekingen
- leidingkortsluiting
- mechanische beschadigingen
- verkeerde bevestiging
- corrosie
KLOPSENSOR TESTEN: FOUTOPSPORING
Controle met de multimeter
De bekabeling naar het regelapparaat controleren door elke afzonderlijke draad naar de regelapparaatstekker op doorgang en massasluiting te controleren.
Ohmmeter aansluiten
Gewenste waarde: <1 Ohm
Ohmmeter tussen klopsensorstekker en losgenomen regelapparaatstekker aansluiten. Gewenste waarde: <1 Ohm (schakelschema benodigd voor de pinbezetting van het regelapparaat).
Pin met ohmmeter tegen massa controleren
Desbetreffende pin op de kabelboomstekker met ohmmeter en losgenomen regelapparaatstekker tegen massa controleren. Gewenste waarde: minstens 30 MOhm.
Let op:
Een aansluitpin kan dienen als afscherming en zo voor een doorgang tot de massa zorgen.
Controle met een oscilloscoop bij warme motor
Testsondes van de oscilloscoop aansluiten
De testsondes van de oscilloscoop tussen regelapparaatpin voor de klopsensor en massa aansluiten.
Smoorklep kort open duwen
Het oscillogram moet een signaal met aanzienlijke amplitudevergroting aantonen.
Signaal niet eenduidig
Als het signaal niet eenduidig is, moet u in de buurt van de sensor zachtjes tegen het motorblok kloppen.
Kloppen wordt niet herkend
Als het kloppen niet wordt herkend, duidt dit op een defecte sensor of een defect schakelcircuit.
MONTAGE-INSTRUCTIES
Draaimoment bij de montage in acht nemen. Geen veerringen of onderlegringen gebruiken.
Hoe nuttig is dit artikel voor jou?
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig