NOx-sensor - Mercedes Benz: Diagnose-informatie, onderdelenidentificatie en aanpassen van onderdelen

Als bij het opsporen van een probleem met een uitlaatgasreinigingssysteem een storing wordt vastgesteld in de NOx-sensor, kan dit een kleine uitdaging vormen voor een werkplaats. 

Door de complexiteit van het onderdeel en de motormanagementsystemen kan niet elke NOx-sensor gewoon plug-and-play worden vervangen, zodat alles daarna probleemloos werkt. 

Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.

 

INHOUDSOPGAVE

Als bij het opsporen van een probleem met een uitlaatgasreinigingssysteem een storing wordt vastgesteld in de NOx-sensor, kan dit een kleine uitdaging vormen voor een werkplaats. Door de complexiteit van het onderdeel en de motormanagementsystemen kan niet elke NOx-sensor gewoon plug-and-play worden vervangen, zodat alles daarna probleemloos werkt. In dit artikel willen we dan ook nader ingaan op enkele belangrijke punten waarmee rekening moet worden gehouden bij het vervangen van de NOx-sensor. Dit is enerzijds de juiste toewijzing van het reserveonderdeel en anderzijds de aanpassing van het onderdeel nadat de NOx-sensor is gemonteerd. We zullen dit toelichten aan de hand van een Mercedes Benz E350 (212) BlueTEC uit 2014. 

Foutweergave: Foutopsporing

In ons voorbeeld hebben we foutcode P229FFB bij de motorbesturing uitgelezen. Deze foutcode duidt op een storing in de NOx-sensor 2 achter de katalysator. 
Deze foutmelding kan de volgende oorzaken hebben: 

 

  • Kabelbreuken, kortsluiting of contactweerstanden in de stroomkring 
     
  • Defecte spanningsvoorziening van de NOx-regeleenheid 
     
  • NOx-sensor defect 
     
  • Regeleenheid defect 

 

Aangezien onze auto is voorzien van een SCR-katalysator en ureuminspuiting, wordt ook de waarschuwing “AdBlue geen start in 800 km” op het display van de instrumentengroep weergegeven. Door het uitvallen van de NOx-sensor ontbreekt het de regeleenheid aan belangrijke informatie voor het berekenen van de ureumdosering. 

 

In deze context kunnen ook andere foutcodes zoals DTC 16D300 / ureumadditiefsysteem "Rijbereik beperkt door fout" in het foutgeheugen worden opgeslagen. 

Om verdere foutenoorzaken uit te sluiten, moet de stekkerverbinding op de regeleenheid van de NOx-sensor worden gecontroleerd op beschadiging of oxidatie voordat de NOx-sensor wordt vervangen. NOx-sensoren bevinden zich meestal in het uitlaatsysteem aan de onderzijde van de auto en worden blootgesteld aan omgevingsinvloeden zoals spatwater en strooizout, wat tot schade kan leiden. Daarnaast raden we aan om de stroomvoorziening en de signaalkabel (CAN-bus) van de elektrische stekkerverbinding naar de NOx-regeleenheid te controleren. Het CAN-signaal kan het beste worden gecontroleerd met een oscilloscoop. Als alle meetresultaten in orde zijn, kan ervan worden uitgegaan dat de NOx-sensor de oorzaak van de storing is. Na het uitbouwen van de sensor moet de meetsonde ook worden gecontroleerd op vervuiling of beschadiging. Bij voertuigen met een hoge kilometerstand worden sensoren in het uitlaatkanaal vaak beïnvloed door mechanische storingen van de motor, zoals een verhoogd olieverbruik. Als een dergelijk gebrek wordt vastgesteld, kan ervan worden uitgegaan dat ook een nieuwe NOx-sensor binnen zeer korte tijd weer defect zal raken. 

Aanwijzing!

 

Als de AdBlue-waarschuwing in de instrumentengroep wordt genegeerd en de bestuurder toch doorrijdt, kan dit ertoe leiden dat de auto na het overschrijden van de resterende afstand bij de volgende start niet meer aanslaat. 

Onderdelenidentificatie: Handleiding

Een van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle reparatie is het juiste reserveonderdeel. Elke NOx-sensor beschikt over een eigen regeleenheid met een bijbehorende softwareversie. Het is dus van cruciaal belang dat het reserveonderdeelnummer duidelijk wordt toegewezen om ervoor te zorgen dat uiteindelijk alles probleemloos werkt in het voertuig. In sommige gevallen kunnen voor een enkel voertuigmodel meerdere NOx-sensoren in de catalogus worden weergegeven. Dit komt enerzijds door de inbouwpositie van de sensor en anderzijds door de vervangingsketens van de reserveonderdeelnummers, die door de voertuigfabrikant worden uitgevoerd. In elk geval moet altijd het OE-onderdeelnummer van de verwijderde NOx-sensor worden vergeleken. Dit zorgt ervoor dat de juiste sensor in het voertuig wordt gemonteerd. Als een duidelijke toewijzing niet mogelijk is vanwege ontbrekende reserveonderdeel- of voertuiginformatie, helpt het raadplegen van een OE-catalogus.  Aan de hand van het chassisnummer kan hier het benodigde OE-onderdeelnummer worden opgezocht. Mocht u de voertuigdocumenten niet bij de hand hebben, dan is het chassisnummer meestal te vinden op een typeplaatje op de carrosserie of in het onderste gedeelte van de voorruit.   

Aanwijzing!

 

Om de juiste NOx-sensor te bepalen, moeten de gegevens uit het kentekenbewijs en het onderdeelnummer van de oude sensor als referentie worden gebruikt. Tot slot moet altijd het OE-artikelnummer worden vergeleken! 

Aanpassen van onderdelen: Praktijktips

Na de installatie van de NOx-sensor inclusief regeleenheid moet aansluitend een afstelling met een geschikt diagnoseapparaat op het voertuig worden uitgevoerd. Afhankelijk van het voertuig, het model en de regeleenheid kunnen deze aanpassingen verschillen. Soms is het voldoende om de foutcode te wissen en de inleerwaarden opnieuw in te stellen, maar in sommige gevallen kan dit wat ingewikkelder zijn. In ons voorbeeld moet volgens de reparatiehandleiding van de voertuigfabrikant ook nog een SCN-codering worden uitgevoerd. (SCN = Software Calibrations Number) Deze codering wordt op afstand uitgevoerd (Remote Diagnose) door het voertuig, het diagnoseapparaat en de server van de desbetreffende voertuigfabrikant met elkaar te verbinden. Met deze noodzakelijke maatregel kan de software en codering van de regeleenheid worden herkend en aangepast aan het betreffende voertuig. Alleen op deze manier is een betrouwbare communicatie met andere regeleenheden in het voertuig gewaarborgd. Als deze aanpassing niet wordt uitgevoerd, kunnen communicatiefouten en andere storingen in het storingsgeheugen niet worden uitgesloten. Daarom moeten de onderhouds- en reparatie-instructies van de betreffende voertuigfabrikant worden opgevolgd. 

macsRemote Services: Wetenswaardigheden

De NOx-sensor kan worden aangepast met behulp van macsRemote Services. Hiervoor wordt een macsRemote-apparaat aangesloten op de OBD-interface van het voertuig en wordt een verbinding met macsRemote Services tot stand gebracht. Zodra de voertuiggegevens en de gewenste service in de toepassing zijn geselecteerd en bevestigd, kan het ticket worden aangemaakt en verstuurd. Als de technicus van Remote Services het ticket opent, begint de dialoog met de werkplaats. Alle noodzakelijke diagnose- en reparatieprocedures worden dan door de servicetechnicus bepaald op basis van een eerste diagnose en vervolgens na overleg met de werkplaats online uitgevoerd. 

In ons voorbeeld moeten de volgende diensten worden uitgevoerd 
 

  • Het storingsgeheugen uitlezen en wissen 
     
  • Codering uitvoeren 
     
  • Inleerwaarden NOx-sensor resetten  
     
  • Storingsgeheugen opnieuw uitlezen 
     
  • Afstandswaarschuwing rijbereik resetten 

 

Tijdens de volledige Remote Services op het voertuig en voor de actieve dialoog met de expert op afstand moet de werkplaatsmonteur beschikbaar zijn. Bovendien moeten manuele handelingen op het voertuig worden uitgevoerd, zoals het in- en uitschakelen van het contact enz. Aan het einde van de service ontvangt de klant een bewijs van succesvolle codering en reset. Alle noodzakelijke werkzaamheden en juridische informatie worden voorafgaand aan het uitvoeren meegedeeld aan de werkplaats en moeten schriftelijk worden bevestigd. Dit zorgt ervoor dat de opdracht zoals afgesproken wordt uitgevoerd. 

Aanwijzing!

 

Om spanningsschommelingen tijdens onderhoudswerkzaamheden te voorkomen, moet er altijd een acculader met voldoende vermogen op het voertuig worden aangesloten om het elektrische systeem van het voertuig te ondersteunen.

Controle van de werking en proefrit: Werking

Na aanpassing of reparatie moet een uitgebreide proefrit worden uitgevoerd. Om de werking van het SCR-systeem en de NOx-sensoren te controleren, moet een proefrit van ten minste 15 minuten met constante snelheid (ongeveer 100 km/u) en een SCR-katalysatortemperatuur van meer dan 180 graden Celsius worden uitgevoerd. Hierbij worden de waarden van de NOx-sensor vóór en achter de katalysator vergeleken. De waarden van de NOx-sensor moeten voortdurend veranderen, waarbij de sensor vóór de katalysator altijd de hoogste waarde aangeeft. Het conversiepercentage moet rond de 60-90% liggen. Bij ons voorbeeldvoertuig lieten de controle van de parameters en de uiteindelijke uitlezing van het foutgeheugen geen verdere storingen in het uitlaatgasnabehandelingssysteem zien.

Aanwijzing!

 

De verschillende diagnosemogelijkheden zijn bij wijze van voorbeeld weergegeven voor het diagnoseapparaat mega macs X en macsRemote Services. De testdiepte en het aantal verschillende functies kunnen afhankelijk van de voertuigfabrikant en de systeemconfiguratie van de besturingseenheid variëren. Schema's, foto's en beschrijvingen zijn bedoeld als toelichting op de tekst van het document en kunnen niet worden gebruikt als basis voor voertuigspecifieke reparaties.