Foutweergave
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
Als bij het opsporen van een probleem met een uitlaatgasreinigingssysteem een storing wordt vastgesteld in de NOx-sensor, kan dit een kleine uitdaging vormen voor een werkplaats. Door de complexiteit van het onderdeel en de motormanagementsystemen kan niet elke NOx-sensor gewoon plug-and-play worden vervangen, zodat alles daarna probleemloos werkt. In dit artikel willen we dan ook nader ingaan op enkele belangrijke punten waarmee rekening moet worden gehouden bij het vervangen van de NOx-sensor. Dit is enerzijds de juiste toewijzing van het reserveonderdeel en anderzijds de aanpassing van het onderdeel nadat de NOx-sensor is gemonteerd. We zullen dit toelichten aan de hand van een Mercedes Benz E350 (212) BlueTEC uit 2014.
Om verdere foutenoorzaken uit te sluiten, moet de stekkerverbinding op de regeleenheid van de NOx-sensor worden gecontroleerd op beschadiging of oxidatie voordat de NOx-sensor wordt vervangen. NOx-sensoren bevinden zich meestal in het uitlaatsysteem aan de onderzijde van de auto en worden blootgesteld aan omgevingsinvloeden zoals spatwater en strooizout, wat tot schade kan leiden. Daarnaast raden we aan om de stroomvoorziening en de signaalkabel (CAN-bus) van de elektrische stekkerverbinding naar de NOx-regeleenheid te controleren. Het CAN-signaal kan het beste worden gecontroleerd met een oscilloscoop. Als alle meetresultaten in orde zijn, kan ervan worden uitgegaan dat de NOx-sensor de oorzaak van de storing is. Na het uitbouwen van de sensor moet de meetsonde ook worden gecontroleerd op vervuiling of beschadiging. Bij voertuigen met een hoge kilometerstand worden sensoren in het uitlaatkanaal vaak beïnvloed door mechanische storingen van de motor, zoals een verhoogd olieverbruik. Als een dergelijk gebrek wordt vastgesteld, kan ervan worden uitgegaan dat ook een nieuwe NOx-sensor binnen zeer korte tijd weer defect zal raken.
Aanwijzing!
Als de AdBlue-waarschuwing in de instrumentengroep wordt genegeerd en de bestuurder toch doorrijdt, kan dit ertoe leiden dat de auto na het overschrijden van de resterende afstand bij de volgende start niet meer aanslaat.
Aanwijzing!
Om de juiste NOx-sensor te bepalen, moeten de gegevens uit het kentekenbewijs en het onderdeelnummer van de oude sensor als referentie worden gebruikt. Tot slot moet altijd het OE-artikelnummer worden vergeleken!
Na de installatie van de NOx-sensor inclusief regeleenheid moet aansluitend een afstelling met een geschikt diagnoseapparaat op het voertuig worden uitgevoerd. Afhankelijk van het voertuig, het model en de regeleenheid kunnen deze aanpassingen verschillen. Soms is het voldoende om de foutcode te wissen en de inleerwaarden opnieuw in te stellen, maar in sommige gevallen kan dit wat ingewikkelder zijn. In ons voorbeeld moet volgens de reparatiehandleiding van de voertuigfabrikant ook nog een SCN-codering worden uitgevoerd. (SCN = Software Calibrations Number) Deze codering wordt op afstand uitgevoerd (Remote Diagnose) door het voertuig, het diagnoseapparaat en de server van de desbetreffende voertuigfabrikant met elkaar te verbinden. Met deze noodzakelijke maatregel kan de software en codering van de regeleenheid worden herkend en aangepast aan het betreffende voertuig. Alleen op deze manier is een betrouwbare communicatie met andere regeleenheden in het voertuig gewaarborgd. Als deze aanpassing niet wordt uitgevoerd, kunnen communicatiefouten en andere storingen in het storingsgeheugen niet worden uitgesloten. Daarom moeten de onderhouds- en reparatie-instructies van de betreffende voertuigfabrikant worden opgevolgd.
Aanwijzing!
Om spanningsschommelingen tijdens onderhoudswerkzaamheden te voorkomen, moet er altijd een acculader met voldoende vermogen op het voertuig worden aangesloten om het elektrische systeem van het voertuig te ondersteunen.
Aanwijzing!
De verschillende diagnosemogelijkheden zijn bij wijze van voorbeeld weergegeven voor het diagnoseapparaat mega macs X en macsRemote Services. De testdiepte en het aantal verschillende functies kunnen afhankelijk van de voertuigfabrikant en de systeemconfiguratie van de besturingseenheid variëren. Schema's, foto's en beschrijvingen zijn bedoeld als toelichting op de tekst van het document en kunnen niet worden gebruikt als basis voor voertuigspecifieke reparaties.