Bandenspanningscontrolesysteem
Hier vindt u nuttige kennis en belangrijke tips over het thema bandenspanningscontrolesystemen bij voertuigen.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
De bandenspanning is een belangrijke veiligheidsfactor van de auto. De vaakst voorkomende bandenschade is te wijten aan geleidelijk spanningsverlies. Dit spanningsverlies wordt door de bestuurders van het voertuig vaak te laat opgemerkt. Een te lage bandenspanning leidt tot een verhoogd brandstofverbruik en slechte rijprestaties. Ook een verhoging van de bandentemperatuur en een sterkere slijtage zijn hier gevolgen van. De band kan plotseling klappen als gevolg van een lage bandenspanning. Dit vormt een enorm veiligheidsrisico voor alle inzittenden. Daarom zijn bandenspanningscontrolesystemen (TPMS) sinds november 2014 verplicht voor alle nieuwe voertuigen in de EU.
Ook de universele onderdelenhandel biedt verschillende systemen ter aanvulling aan. Bandenspanningscontrolesystemen bewaken de bandenspanning en de bandentemperatuur. TPMS is al langer op de markt beschikbaar, vooral in voertuigen van de topklasse. In de Verenigde Staten zijn ze al meerdere jaren verplicht in nieuwe voertuigen. Het is dus tijd dat elke werkplaats vertrouwd raakt met dit onderwerp. Het TPMS systeem kan door een gebrekkige kennis reeds bij de wielvervanging beschadigd raken.
Men maakt een onderscheid tussen twee fundamenteel verschillende systemen: de indirecte en de directe bandenspanningscontrolesystemen.
Bij de indirect metende systemen gebeurt de spanningscontrole met behulp van de ABS-sensoren van het voertuig. De ABS-stuureenheid herkent het spanningsverlies van een band door een gewijzigde rolomvang. Een band met een lage luchtdruk maakt meer omwentelingen dan een band met een correcte luchtdruk. Deze systemen werken echter niet zo nauwkeurig als direct metende systemen. Bovendien is er een spanningsverlies van ca. 30 % nodig alvorens er een waarschuwingsmelding komt.
Het voordeel ligt in de relatief gunstige prijs, aangezien er veel reeds aanwezige voertuigcomponenten kunnen worden gebruikt. Er is enkel een aangepaste ABS-software en een extra weergave op het dashboard nodig.
De direct metende systemen zijn veel nauwkeuriger, maar ook uitgebreider en dus duurder. Hier is in elk wiel een sensor met batterijvoeding geplaatst. Deze meet de temperatuur en de spanning van de band en geeft de meetwaarden draadloos door aan de TPMS-stuureenheid of de weergave-eenheid. Een of meerdere antennen zorgen voor de overdracht van het draadloze signaal.
Directe systemen vergelijken de bandenspanning met een in de TPMS-stuureenheid geregistreerde referentiewaarde. Het voordeel hiervan is dat ook spanningsverliezen van meerdere banden tegelijkertijd kunnen worden herkend. Daarom kan het na een bandenwissel noodzakelijk zijn om een nieuwe vereffening (kalibratie) of een nieuwe codering van de sensoren uit te voeren.
Een ander nadeel van de direct metende systemen is dat de batterijen na ca. 5 - 10 jaar moeten worden vervangen. Aangezien de batterijen naargelang de fabrikant samen met de sensoren een eenheid vormen, betekent dit vaak een volledige vervanging van de sensoreenheid.
Een nodige batterijvervanging wordt door de weergave-eenheid tijdig aangegeven en kan dus niet tot een plotse systeemuitval leiden. Bij het wisselen van zomer- naar winterbanden moet erop worden gelet dat er extra wielsensoren moeten worden aangebracht of dat de aanwezige sensoren moeten worden omgebouwd. Er moeten enkele belangrijke punten in acht worden genomen om bij de bandenmontage geen beschadigingen of werkingsstoringen te veroorzaken.
Voor de wiel- of bandenwissel moet er in principe op worden gelet of het voertuig over een TPMS beschikt. Dit is bijvoorbeeld te herkennen aan een gekleurd ventiel, een gekleurde ventielkap, een symbool op het combi-instrument of een extra weergave-eenheid (bij achteraf aangebrachte systemen). Het wordt aanbevolen om de klant reeds bij de voertuigaanname naar een TPMS te vragen en op de bijzonderheden te wijzen.
Bij actieve systemen moeten de volgende punten in acht worden genomen:
Aangezien er op de markt veel verschillende systemen van verschillende fabrikanten aanwezig zijn, moeten de fabrikantspecifieke montage-instructies zo goed mogelijk in acht worden genomen.
Systeem | Fabrikant | Beschrijving | Gebruikt bij |
---|---|---|---|
TSS | Beru | Tire Safety System – direct metend TPMS met vier afzonderlijke antennen | Audi, Bentley, BMW, Ferrari, Land Rover, Maserati, Maybach, Mercedes, Porsche, VW, bedrijfswagens |
SMSP | Schrader, verkoop in Duitsland: Tecma | Direct metend TPMS met een centrale antenne | Citroen, Opel, Peugeot, Renault, Chevrolet, Cadillac |
DDS | Continental Teves | Deflection Detection System – Indirect metend TPMS | BMW, Mini, Opel |
TPMS | Continental Teves | Tire Pressure Monitoring System – direct metend TPMS | Opel |
VDO | BMW, Citroen, Fiat, Ford, Honda, Hyundai, Infiniti, Jaguar, Jeep, Kia, Lada, Lancia, Land Rover, Mazda, Mercedes Benz, Mini, Mitsubishi, Nissan, Peugeot, Renault, Suzuki, Tesla, Volkswagen, Volvo | ||
Warn Air | Dunlop | Indirect metend TPMS | BMW, Mini |
Tire Guard | Siemens VDO | Direct metend TPMS met een vast in de band geïntegreerde, batterijloze sensor | Renault |
Smar Tire | Verkoop: Seehase | Direct metend TPMS voor aanbrenging achteraf | Universeel |
X-Pressure | Pirelli | Direct metend TPMS voor aanbrenging achteraf | Universeel |
Road Snoop | Nokian | Direct metend TPMS voor aanbrenging achteraf | Universeel |
Magic Control | Waeco | Direct metend TPMS voor aanbrenging achteraf | Universeel |
Onder voorbehoud
Het TSS van Beru wordt bij veel voertuigfabrikanten standaard ingebouwd, maar ook als accessoire of als aanvulling aangeboden. BMW noemt het Beru-systeem "RDC", bij Mercedes en Audi heet het "Bandenspanningscontrolesysteem". Het bestaat uit telkens vier (bij extra reservewielbewaking telkens vijf) aluminium ventielen, wielelektronica (wielsensoren), antennen en een stuureenheid. De wielelektronica en de ventiel worden op de velg gemonteerd. De draadloze ontvangers bevinden zich in de wielkast. De weergave-eenheid is bij standaard ingebouwde systemen in het combi-instrument geïntegreerd.
Afb. 1 toont de afzonderlijke onderdelen van het systeem:
Bij achteraf aangebrachte systemen wordt een afzonderlijke weergave-eenheid ingebouwd. Bij de demontage/montage van de wielen/banden moeten de hierboven genoemde punten in acht worden genomen. De wielelektronica moet bij een zichtbare beschadiging van de behuizing of bij een vervuild filteroppervlak worden vervangen.
Het volledige ventiel moet worden vervangen wanneer de
De assemblage en de montage van de wielelektronica en
Na een wiel-/bandenwissel, de wissel van de wielposities, de vervanging van de wielsensoriek of een bewuste verandering van de bandenspanning (bijv. bij een volledig geladen voertuig) worden de nieuwe spanningen door TSS overgenomen. Daarvoor moeten eerst alle banden met de voorgeschreven of speciaal gekozen spanning worden gevuld. De waarden worden opgeslagen door op de kalibratietoets te drukken. Het systeem controleert daarna of de spanningen realistisch zijn (bijv. de minimale druk of de verschillen tussen links en rechts. Als de wielen, bijv. bij seizoenswissel, in de kofferruimte van het betreffende voertuig worden getransporteerd, bevinden ze zich in de reikwijdte van de stuureenheid. Als de te vervangen wielen reeds in het systeem zijn ingelezen, ontvangt de stuureenheid in plaats van de gewoonlijke vier (met reservewiel vijf) signalen, nu acht of negen signalen. In dit geval meldt het systeem zich als "niet beschikbaar".
Hetzelfde kan gebeuren wanneer er gedemonteerde wielen van een ander voertuig met eveneens een TPMS in de buurt zijn. Maak het ook aan de klant duidelijk dat het systeem dan opnieuw moet worden gekalibreerd. De kalibratie van het standaard-TSS is voertuigspecifiek. Handleidingen hiervoor zijn beschikbaar op de website van Beru.
Diagnoseapparaten zoals de Hella Gutmann mega macs 77 zijn bovendien in staat om het storingsgeheugen en de werkelijke waarden van de TPMS-systemen uit te lezen en eventuele storingscodes te wissen.
Daarnaast stellen veel voertuigsystemen voor een snelle diagnose digitale meetwaarden ter beschikking in de vorm van parameters. Parameters geven de actuele toestand of de voorgeschreven en werkelijke waarden van een component aan. Hier kan bijvoorbeeld informatie worden opgevraagd over de actuele bandenspanning.
Afhankelijk van het voertuigmodel en het systeem kan er gebruik worden gemaakt van aanvullende instructies voor onderhoud en reparatie uit de voertuiginformatie.
De testdiepte en het aantal verschillende functies kunnen afhankelijk van de voertuigfabrikant en de systeemconfiguratie van de regeleenheid variëren.
Tegenwoordig behoren bandenspanningscontrolesystemen even vanzelfsprekend tot de uitrusting van een voertuig als ABS of airco.
Bij alle bewakingstechnologieën mag één ding echter niet uit het oog worden verloren. Een TPMS corrigeert de luchtdruk niet zelfstandig en geeft ook geen uitkomst over de ouderdom of de profieldiepte van de band. Zo zal het ook in de toekomst noodzakelijk zijn om de banden regelmatig te controleren als belangrijkste verbinding tussen het voertuig en de rijbaan.
De onderstaande informatie wordt bij wijze van voorbeeld weergegeven voor een Mercedes-Benz W 212 E350 met een direct bandenspanningscontrolesysteem. Bij dit voertuig zijn er bij alle vier de wielen sensoren ingebouwd die de bandenspanning doorgeven aan een regeleenheid van hogere orde. Aan de hand van de gegevens van de wieltoerentalsensoren bewaakt het bandenspanningscontrolesysteem de bandenspanning. Als er bij een wiel een spanningsverlaging wordt vastgesteld, krijgt de bestuurder als waarschuwing hiervoor op het multifunctionele display van het combi-instrument de aanwijzing 'Bandenspanningsverlies' te zien.
Op het display wordt de actuele bandenspanning van de afzonderlijke banden weergegeven (afbeelding 3). Als het voertuig voorafgaand aan de controle langere tijd heeft stilgestaan, wordt op het display 'Bandenspanningsweergave verschijnt na een paar minuten rijden' weergegeven.
In de volgende gevallen moet er een basisafstelling van de bandenspanningswaarden in het systeem plaatsvinden:
Op het display worden de volgende waarschuwingen weergegeven:
Zet het voertuig neer op een veilige plek en trek de hand-/parkeerrem aan.
De nieuwe waarden van de bandenspanning worden na een paar minuten rijden door het systeem gecontroleerd en vervolgens opgeslagen als nieuwe referentiewaarden. Als alternatief kan de basisafstelling ook worden uitgevoerd met een geschikt diagnoseapparaat. Het bandenspanningscontrolesysteem herkent de bandenspanning na het aanleren automatisch.
Bij dit voertuigmodel staan de door de voertuigfabrikant aanbevolen bandenspanningswaarden aangegeven op een sticker in de tankklep en in de gebruiksaanwijzing. Als er een verkeerde bandenspanning wordt ingesteld en geactiveerd, controleert het systeem een verkeerde drukwaarde!
Het bandenspanningscontrolesysteem kan in de volgende gevallen beperkt of vertraagd functioneren:
De onderstaande informatie wordt bij wijze van voorbeeld weergegeven voor een Mazda CX-5 met een indirect bandenspanningscontrolesysteem. Dit systeem meet de bandenspanning van alle vier de banden. Aan de hand van de gegevens van de wieltoerentalsensoren bepaalt de ABS-regeleenheid de bandenspanning. Als er bij een wiel een spanningsverlaging wordt vastgesteld, wordt de bestuurder optisch en akoestisch gewaarschuwd. Voor een goede werking moet het systeem met de voorgeschreven bandenspanning worden geïnitialiseerd.
In de volgende gevallen moet het systeem opnieuw worden geïnitialiseerd:
Zet het voertuig neer op een veilige plek en trek de hand-/parkeerrem aan.
Bij dit voertuigmodel staan de door de voertuigfabrikant aanbevolen bandenspanningswaarden aangegeven op een sticker op de B-stijl aan de bestuurderszijde en in de gebruiksaanwijzing. Omdat er bij dit voertuig geen TPMS-sensoren zijn ingebouwd, kunnen winterbanden volgens hetzelfde principe worden aangeleerd.
Omdat het systeem veranderingen in de toestand van de banden registreert, kan er in de volgende gevallen een waarschuwing worden gegeven:
Op 10 maart 2009 heeft het Europees Parlement in Straatsburg officieel zijn goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een verordening (EG Nr. 661/2009) van de Commissie om de typegoedkeuring van voertuigen in Europa te vereenvoudigen. Deze verordening schreef daarbij ook de verplichte invoering van reeds betrouwbare technologieën, waaronder de bandenspanningscontrolesystemen (TPMS), voor. "Voertuigen van klasse M1/M1G moeten met een nauwkeurig bandenspanningscontrolesysteem worden uitgerust, dat de bestuurder binnen in de auto waarschuwt wanneer in een van de banden verlies van spanning optreedt waardoor niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor een optimaal brandstofverbruik en voor de garantie van de veiligheid op straat. De omzetting vond daarbij stap voor stap plaats: vanaf november 2012 moesten alle nieuw goedgekeurde voertuigtypes met bandenspanningscontrolesystemen zijn uitgerust. Vanaf november 2014 geldt dit voor alle nieuw toegelaten voertuigen.
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig