Bandenspanningscontrolesystemen (TPMS) controleren continu de bandenspanning en leveren zo een belangrijke bijdrage aan de rijveiligheid. Afhankelijk van het voertuigtype en de vereisten van de werkplaats zijn er verschillende oplossingen nodig voor een efficiënt en veilig gebruik. FORVIA HELLA biedt zowel voertuigspecifieke als universele bandenspanningssensoren. Beide varianten zorgen voor een nauwkeurige en automatische controle van de bandenspanning.
FORVIA HELLA vertrouwt voor haar TPMS-systemen op bijzonder krachtige systemen met directe meting. De sensoren van HELLA meten continu de bandenspanning van alle banden en sturen de gegevens draadloos naar de regeleenheid in het voertuig. De waarden worden direct gemeten en niet berekend. De regeleenheid in het voertuig vergelijkt de gemeten waarden met een vooraf ingestelde referentiewaarde. Op deze manier kunnen bandenspanningscontrolesystemen ook een geleidelijk drukverlies detecteren en vroegtijdig waarschuwen: Als de spanning van een of meer banden daalt, wordt de bestuurder hiervan op de hoogte gesteld door een waarschuwing op het display van het voertuig.
Een direct bandenspanningscontrolesysteem biedt doorslaggevende voordelen ten opzichte van indirecte systemen.
Bandenspanningssensoren moeten gewoonlijk na vijf tot tien jaar of na ongeveer 150.000 kilometer worden vervangen wanneer de batterij in de sensoren leeg is. Een nodige batterijvervanging wordt tijdig aangegeven door de weergave-eenheid in het voertuig en kan dus niet tot een plotse systeemuitval leiden. Bij het wisselen van zomer- naar winterbanden moet erop worden gelet dat er extra wielsensoren moeten worden aangebracht of dat de aanwezige sensoren moeten worden omgebouwd.
Bij FORVIA HELLA zijn zowel voertuigspecifieke als universele TPMS-sensoren verkrijgbaar.