Bestuurdersassistentiesystemen zijn niet meer weg te denken uit moderne voertuigen. De elektronische assistenten, ook wel bekend als ADAS (Advanced Driver Assistance System), ondersteunen bestuurders of nemen in sommige gevallen zelfs hun functie over. Met behulp van sensoren die een groot aantal voertuigparameters en de omgeving registreren, zorgen ze voor meer comfort en veiligheid, bijvoorbeeld in complexe of onoverzichtelijke verkeerssituaties.
Wat een opluchting is voor auto- of vrachtwagenchauffeurs, is een extra uitdaging voor garages. Dit is vooral te wijten aan het grote aantal verschillende voertuighulpsystemen en de veeleisende reparatie- en kalibratieprocessen. Want: Om ervoor te zorgen dat ADAS'en betrouwbaar functioneren, moeten professionals ze gedurende de hele levensduur van het voertuig regelmatig onderhouden en inspecteren.
De EGEA (European Garage Equipment Association) heeft om deze reden een werkgroep opgericht. Deze houdt zich bezig met de gevolgen van de toenemende verspreiding van bestuurdersassistentiesystemen voor fabrikanten van garage-uitrusters, toeleveranciers en onafhankelijke garages.
Onlangs heeft de werkgroep, voorgezeten door Pete Bradley van Hella Gutmann Solutions, een ADAS Best Practice gepubliceerd. De leidraad biedt een overzicht van de stand van zaken en ondersteunt monteurs bij het op peil houden en uitbreiden van hun deskundigheid op het gebied van bestuurdersassistentiesystemen .
De leidraad presenteert de meest voorkomende rijhulpsystemen, van A voor adaptieve koplampen tot V voor verkeerstekenherkenning. Drie voorbeelden:
Het adaptieve grootlicht, dan wel de adaptieve grootlichtassistent gebruikt het principe van de glijdende lichtafstandsregeling. De xenon-koplampen zijn aan een camera gekoppeld die een intelligente beeldevaluatie mogelijk maakt. Afhankelijk van het camerasignaal (tegenliggers of voorliggers) verandert de reikwijdte van de koplampen bij het adaptieve grootlicht, dat ofwel tot 300 m ver kan reiken, ofwel slechts tot de verblindingszone van het volgende voertuig. Als de camera geen andere verkeersdeelnemers meer herkent, schakelt het systeem weer langzaam en geleidelijk over op 'grootlicht'.
Bij de rijstrookassistent zijn radarsensoren aan de achterzijde van het voertuig de 'blik over de schouder' van de bestuurder bij het wisselen van rijstrook. De sensoren bewaken de hele achterzone van het voertuig tot aan parallel rijden, inclusief de zogenaamde dode hoek. Als bestuurders de richtingaanwijzer aanzetten en van rijstrook willen veranderen, waarschuwt de rijstrookassistent hen voor naderende voertuigen. Dit kan een optische signaal in de zijspiegel of – afhankelijk van het systeem – ook een akoestische waarschuwing zijn.
De tractiecontrole (ook genoemd aandrijfslipregeling, ASR) voorkomt het doordraaien van de aandrijfwielen bij het wegrijden of sterk versnellen op losse ondergrond. Het systeem wordt bij de voertuigfabrikanten verschillend aangeduid.
Daarnaast biedt de publicatie concrete praktische tips voor de omgang met ADAS'en in de dagelijkse praktijk van de garage, bijv.:
Tegen de achtergrond van geautomatiseerde en autonome voertuigen zal de correcte omgang met bestuurdersassistentiesystemen nog belangrijker worden. Garages die in een vroeg stadium inspelen op de nieuwe eisen inzake technische opleiding, speciale gereedschappen en reparatieprocedures zijn dan ook beter toegerust voor de toekomst.
Het volledige document kan hier worden gedownload: Pdf-document