Codering LED-achterlicht Golf 6
Hier vindt u waardevolle kennis en nuttige tips over het codere van LED-achterlichten aan de hand van het voorbeeld van een Golf 6.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om autogarages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
Het aantal verschillende autotypen neemt jaarlijks toe. Door het succes van de 'nischemodellen' weiken traditionele classificaties als stationcar, sedan of bestelwagen steeds verder af. Met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van hulpsystemen, communicatie- en veiligheidssystemen worden bovendien verdere onderscheidende kenmerken gecreëerd om aan de eisen van de klant te voldoen.
Aanpassingen en tuning van de buitenverlichting staan bovenaan in de top 10 van klantwensen - vooral sinds de invoering van het dagrijlicht. De omzetting naar xenon-koplampen of LED-achterlichten is eveneens gewild.
Maar de montage-uitdagingen bij deze lichtsystemen groeien met de complexiteit van de producten.
De lichtfuncties worden al enige jaren aangestuurd, geregeld en bewaakt door regelapparaten. Als er andere lichten of koplampen in het voertuig worden ingebouwd, moet dit aan het regelapparaat worden doorgegeven. Dat betekent dat er een zogenaamde 'codering' moet worden uitgevoerd. Hierbij worden parameters in het desbetreffende regelapparaat aangepast om voor een storingsvrije werking van de lichtfuncties te zorgen.
In principe zijn naast de HELLA-achterlichten ook kabeladapters nodig, omdat LED-lampen andere aansluitingen hebben. Deze kabeladapters kunnen betrekkelijk eenvoudig zelf worden gemaakt.
Voor de volledige ombouw zijn de volgende artikelen nodig:
De 6 kabels in het midden doorknippen, zodat er 12 kabels ontstaan: het ene uiteinde met krimpcontact, het andere zonder contact. Vervolgens de kabels tot ongeveer 10 cm lengte inkorten.
De van platte stekkers voorziene kabeluiteinden hoorbaar in de connector (7N0 972 703) voor de ledlichten vastklikken.
De andere kabeluiteinden ongeveer 6 mm afstrippen en contacten 8KW 863 931-003 vastkrimpen. Daarvoor is een tang voor niet-geïsoleerde krimpverbindingen nodig (HELLA nr. 8PE 002 007-011).
Bij deze stap moet erop worden gelet, dat de LED-connector met de rode vergrendelingsbeugel boven ligt en de krimpcontacten gelijkmatig zijn uitgelijnd. Op die manier wordt het verdraaien van de kabel bij de daaropvolgende connectormontage voorkomen.
De kabeluiteinden met de platte stekkers hoorbaar in de connectorbus (191 972 713) vastklikken. Let hierbij op de juiste volgorde van de kabels! (De rode vergrendelingsbeugel van de connector en kamernummers 1, 2, 3 van de connectorbus moeten van bovenaf zichtbaar zijn.
Herhaal deze stappen nu voor de andere drie adapters.
Achterklep openen. Zijbekleding van de kofferbak naar achter lostrekken, zodat de kartelschroef goed bereikbaar is.
Connector ontgrendelen en van de verlichting verwijderen.
Adapter in de LED-lamp (buitenste lamp) aanbrengen. Vervolgens de rode vergrendelingsbeugel tot aan de aanslag in de richting van de lamp drukken.
LED-lamp in de carrosserie aanbrengen en met de kartelschroef bevestigen.
Let op! Let bij het aanbrengen op de geleidingen aan de lamp.
Connectorbus van de adapter met de connector van de voertuigkabelboom verbinden
Klep in de achterklep ontgrendelen en verwijderen.
Let op! Kunststofstrip aan de zijkant van de lamp naar onderen losklikken.
Binnenste LED-lamp in de carrosserie aanbrengen en met M8-schroeven bevestigen. Kunststofstrip aan de lamp weer vastklikken.
Adapter met de lamp en de voertuigkabelboom verbinden.
Alle uitgebouwde onderdelen weer in omgekeerde volgorde monteren.
Vanwege de verschillende eigenschappen van lichten met gloeilampen en lichten met LED's moet het regelapparaat - bij VW ook wel 'Body Control Module' (BCM) genoemd - nog worden "gecodeerd". Hierbij worden de parameters in het regelapparaat zodanig gewijzigd, dat de LED-achterlichten probleemloos functioneren. Als dit niet wordt uitgevoerd, volgen er foutmeldingen op het display en zullen de lichten slechts beperkt werken. (Het remlicht in de achterklep kan helderder branden dan het remlicht in de buitenste lichten).
Let op!
Ombouwen is niet bij elke BCM mogelijk. Er gelden voor de Golf VI verschillende productiegegevens (voertuig) vanaf wanneer een probleemloze werking van de lichtfuncties gegarandeerd is. Voordat een voertuig naar LED-lampen wordt omgebouwd, is het raadzaam de softwareversie van de BCM uit te lezen (zie afbeelding 9).
In het algemeen zijn er twee verschillende BCM's: het oude type heeft softwareversies 03XX. Daarbij is ombouw niet mogelijk. Als een klant desondanks zijn voertuig met LED-lichten wil uitrusten, moet er ook een nieuwe BCM worden ingebouwd. De oude BCM kan niet naar de nieuwere softwareversie worden geüpdatet.
Bij de nieuwe BCM met de softwareversies 05XX (0537, 0541) is ombouwen algemeen wel mogelijk. Bij voertuigen met deze softwareversies en standaard xenon-koplampen is er wel iets speciaals: na de codering van de achterlichten is de optie Dagrijverlichting (dimlicht wordt bij het starten van de motor altijd geactiveerd) niet meer beschikbaar. Indien deze optie verder actief moet blijven, moet u de BCM updaten naar een nieuwere versie (SW-versie 0575 of hoger).
Nadat de softwareversie is gecontroleerd, volgt nu de codering. Hiervoor wordt via de menupunten Centrale elektronica – Codering de "Lange codering" opgeroepen. Voor de LED-achterlichten wordt alleen byte 18 veranderd. De BCM geeft in een submenu de mogelijke veranderingen voor deze byte aan (zie afbeelding 10).
In dit geval moet de bit naar "04" worden gewijzigd. Na voltooiing van de codering worden nu geen storingen meer aangegeven.
Helemaal niet nuttig
Zeer nuttig